Frans ongemak met religie


In het Nederlands Dagblad van zaterdag 24 maart, schreef ik de volgende opiniebijdrage n.a.v. de aanslagen in Zuid-Frankrijk…

De gepubliceerde versie is hier te vinden; hieronder de oorspronkelijke (wat langere) versie.

Frans ongemak met religie

De recente aanslagen in Zuid-Frankrijk hadden wellicht buiten verkiezingstijd een bindmiddel in de Franse samenleving kunnen zijn, maar de campagne voor de komende presidentsverkiezingen in april/mei is in volle gang. Hoewel verschillene presidentskandidaten zeiden de campagne voor een paar dagen op te schorten, gingen allen ondertussen gewoon door met het zoveel en vaak zo compassioneel mogelijk aanwezig zijn in de media, in de hoop zo sympathiek en presidentiabel mogelijk over te komen.

De toch al verdeelde Franse samenleving heeft het er allemaal maar moelijk mee en weet niet hoe deze aanslagen te interpreteren. Ligt de oorzaak bij de gebrekkige integratie van eerste-, tweede- en derde-generatie moslims afkomstig uit de Noord-Afrikaanse ex-koloniën ? Ligt de oorzaak in de uitzichtsloze situatie waarin een immens aantal jongeren in de buitenwijken van de grote steden zich bevinden ? Of ligt de pro-Amerikaanse (en dus in zekere zin nogal on-Franse) koers van president Sarkozy, die zich uit in de recente volledige toetreding tot de NAVO en de actieve presentie in Afghanistan, aan de wortel van het kwaad ?

Van extreem-links tot extreem-rechts pogen de verschillende presidentskandidaten de schuld in de schoenen van de ander te schuiven. De Franse kiezer weet er nauwelijks raad mee, en wezenlijke problemen als de torenhoge staatsschuld, de grote en groeiende werkloosheid, de slechte en zich nog verslechterende toestand van het franse onderwijs, de negatieve handelsbalans, enz. kunnen ondertussen door het overgrote deel van de kandidaten gelukkig verzwegen worden.

open zenuw

Ondertussen legt de polemiek rond de aanslagen een andere open zenuw in de Franse samenleving bloot : de problematische en zich veranderende plaats van godsdienst in het publieke domein.

Er is nauwelijks een thema te bedenken dat de gemoederen zo hoog doet oplaaien als de Franse scheiding tussen Kerk en Staat die met de term laïcité wordt aangeduid. De term betekent letterlijk « lekendom » en stamt uit een tijd waarin men macht en rijkdom aan de heersende (vooral rooms-katholieke) clerus wilde ontnemen. « Kerk » was in het katholieke Frankijk toen vooral synoniem voor « clerus ». De macht en de rijkdom moest aan het volk (grieks : « laos ») worden gegeven. Dit principe van de Franse revolutie resulteerde in 1905 in de beroemde wet van de laïcité (ook wel loi 1905 genoemd).

Eén van de presidentskandiaten, de socialist François Hollande, wil deze loi 1905 in de Franse grondwet opnemen : niemand weet wat met deze symboolpolitiek gewonnen wordt, maar de linkervleugel van de socialistische partij klapt enthousiast in de handen. De extreem-linkse kandidaat Jean-Luc Melanchon wil de uitzonderingspositie van de Elzas en de Moselle opheffen : deze drie départementen vallen nog onder het concordaat dat Napoleon ooit met het Vaticaan sloot – zo zijn priesters, predikanten en rabbis er ambtenaar en worden door de staat betaald, en zijn daar ook de enige door de franse staat gesubsidieerde theologische opleidingen te vinden. Ter rechterzijde poogt Nicolas Sarkozy het katholieke electoraat aan zich te binden, o.a. door aan de conservatief-katholieke ex-kandidate Christine Boutin concessies te doen op het gebied van homohuwelijk en euthanasie. Bij het extreem-rechtse Front National probeert dochter Marine Le Pen het anti-joodse gedachtengoed van haar vader Jean-Marie Le Pen te vervangen door een bijna wilderiaanse, electoraal veel interessantere, anti-moslim-ideologie. Tegelijkertijd distantieert zij zich ook steeds meer van de traditionele conservatief-katholieke aanhang die haar vader nog hoog in het vaandel had. De enige praktizerende katholiek, de centrumkandiaat François Bayrou, laat zich niet uit over religieuze kwesties en zegt uitdrukkelijk de laïcité te willen respecteren en foi (geloof) en loi (wet) streng gescheiden te willen houden.

Deze laïcité behoort dus tot het DNA van de Franse samenleving en kan zonder moeite aan de triade liberté, égalité, fraternité toegevoegd worden. Er is geen enkele Fransman te vinden die aan het principe van deze laïcité wil tornen, maar er is niemand die je er een eenduidige definitie van kan geven.

De wet uit 1905 is echter volledig uit zijn tijd geraakt : de rooms-katholieke Kerk van toen lijkt nauwelijks nog op die van nu : het aantal gelovigen gaat zienderogen achteruit, de clerus heeft niet of nauwelijks nog macht of invloed in de samenleving, en zelfs de gelovigen trekken zich weinig van de kerkelijke overheid aan als het gaat om geloofszaken en morele kwesties.

ongelovig

Het gevolg is dat in grote delen van de Franse samenleving deze loi 1905 is gaan functioneren als een mogelijkheid om godsdienst zoveel mogelijk uit het publieke domein te weren. Het woord « laïc » wordt steeds vaker als synoniem voor « ongelovig » gebruikt, terwijl de oorspronkelijke laïcité juist iedereen de vrijheid wil laten om wel of niet te geloven – en deze vrijheid ook wil waarborgen.

Het feit dat de recente aanslagen religieus gemotiveerd waren – hoewel de franse moslimorganisaties zich er uitdrukkelijk van hebben gedistancieerd – maakt het er voor alle gelovigen in Frankrijk niet gemakkelijker op. Religieuze uitingen worden steeds vaker met argusogen bekeken, en de recente indrukwekkende uitingen van interreligieuze saamhorigheid tussen moslims, joden en christenen op verschillende plekken in Frankrijk maken nauwlijks indruk op de gewone Fransman die steeds vaker alles wat naar religie riekt als inherent problematisch beschouwt.

Zo wordt religie steeds minder zichtbaar in de Franse samenleving. Niet slechts omdat het aantal gelovigen afneemt, maar ook door het naar het privé-leven schuiven van godsdienst en levensbeschouwing. Wanneer dus religie slechts « in beeld » komt wanneer er problemen zijn, zoals bij de recente terroristische aanslagen, wordt het beeld ervan vertekend en komt de tolerantie ervan steeds verder onder druk te staan.

ongemakkelijk

Eén van de onderliggende problemen is de Franse moeite om met diversiteit om te gaan. In een sterk gecentraliseerde staat, ligt vanoudsher de nadruk op eenheid en uniformiteit. De zich ontplooiende multi-religieuze en multi-culturele samenleving is voor veel Fransen een ongemakkelijk toekomstperspectief. De enige mogelijkheid om deze angst te doorbreken is door Franse jongeren vroeg kennis te laten maken met verschillende levensbeschouwingen en religies. Niets leidt immers tot grotere intolerantie dan door onwetendheid geïnspireerde angst voor de ander. Dit stoot echter op verzet in grote delen van de Franse samenleving, omdat men vindt dat dit in tegenspraak is met… juist : la laïcité.

Hendro Munsterman is rooms-katholiek theoloog, directeur van het “Institut Pastoral d’Etudes Religieuses” aan de “Université Catholique de Lyon” en doceert tevens theologie aan het “Centre Théologique de Meylan-Grenoble” en religiewetenschappen aan de “Université Pierre Mendes-France” te Grenoble.

Een gedachte over “Frans ongemak met religie

  1. @Hendro ‘De toch al verdeelde Franse samenleving heeft het er allemaal maar moelijk mee en weet niet hoe deze aanslagen te interpreteren.’

    En jij Hendro, heb jij het er niet moeilijk mee? En weet jij wél hoe je deze aanslagen moet interpreteren?

Plaats een reactie